Nieuws

Gierzwaluwen tellen met Landschap Noord-Holland

ARCHIEF: Dinsdag 17 april 2012 HEILOO - Morgenavond organiseert Landschap Noord-Holland een startavond voor een uitgebreide inventarisatie van de gierzwaluw. Het grote telproject gaat maar liefst vijf jaar duren.

De gierzwaluw leeft het grootste deel van het jaar in Afrika en komt eind april, zo rond Koninginnedag, terug naar Nederland. Als ze jongen hebben vangen ze wel 10.000 insecten per dag, voornamelijk muggen. Ze broeden onder gebouwen van mensen.

Steekproef
Doel van het project is voor het eerst, door een steekproeftelling, een trend te achterhalen in de populatieontwikkeling van gierzwaluwen in onze provincie. Tijdens een startavond wordt uitleg gegeven over het project, het doel, de telmethode en werkwijze.

Vijf jaar
Men zoekt vrijwilligers om in de zomer drie avonden met mooi weer een gierzwaluwtelling te doen. Op 15 juni zal tevens een gezamenlijke telling worden verricht waarbij de methode in de praktijk wordt gedemonstreerd. De inventarisaties zullen vijf jaar lang ieder jaar plaatsvinden.

Meedoen
Heeft u interesse om als vrijwillig te helpen met tellen? De startavond op woensdag 18 april 2012 om 20.00 uur vindt plaats bij Landschap Noord-Holland, Rechte Hondsbosschelaan 24a. Voor informatie kunt u contact opnemen via telefoon 088-0064483 en vragen naar Peter Mol.

Dinsdag 17 april 2012 − bron: Landschap Noord-Holland

2023-10-01 Wandelen door een zelf gekocht stukje natuur bij Callantsoog
2022-08-05 Melden van dode vogels
2022-06-27 Gezocht: doeners voor meer groen in de gemeente
2022-06-16 Vogelgriep - Wat te doen met dode vogels?
2022-04-05 Expositie Fotografie Marcel Witte in Gemeentehuis Heiloo
2022-01-24 Vervoersverbod door vogelgriep
2021-12-20 3170 jaar oud landbouwwerktuig gevonden
2021-12-14 3510 jaar oud landbouwwerktuig gevonden
2021-11-08 ’Niet uit mijn buik, maar wel uit mijn hart’.

Meer nieuws met landschap vogel


Bron: Gerard Oostermeijer
bron: Gerard Oostermeijer
Bron: HEILOO-2000
bron: HEILOO-2000
Bron: Gerard Oostermeijer
bron: Gerard Oostermeijer
Bron: Gerard Oostermeijer
bron: Gerard Oostermeijer